De raden stellen in hun advies dat de regionale verschillen in brede welvaart in Nederland groot zijn en toenemen. Daardoor hebben sommige gebieden te maken met een stapeling van achterstanden, waardoor de mensen daar minder kansen krijgen dan elders. De raden menen dat het overheidsbeleid zich meer moet richten op het tegengaan van onwenselijke verschillen en de verdeling van brede welvaart over het land. Compenseren van achterstanden alleen is onvoldoende om de onwenselijke verschillen weg te nemen. Er moet overal in Nederland worden geïnvesteerd in structurele regionale ontwikkeling, zodat alle inwoners kunnen profiteren. Daarnaast stellen de raden dat veel mensen in de regio’s die op achterstand staan zich dikwijls niet gehoord en gezien voelen door de rijksoverheid. Het beeld bestaat dat de overheid onvoldoende kennis en begrip heeft van de specifieke problematiek in regio’s.
Het kabinet is de raden zeer erkentelijk voor hun advies en stelt dat, “dit urgente signalen zijn die niet mogen worden genegeerd en actie vragen van het hele kabinet. Het vraagt ook om een overheid die anders denkt en doet. Een overheid die dienstbaar, responsief en nabij is, bruggen bouwt, gemeenschappen steunt en de samenwerking zoekt. Deze opgave is niet gemakkelijk, maar wel urgent!”
De drie hoofdaanbevelingen van de adviesraden zijn het vertrekpunt voor het vervolgtraject dat het Rijk samen met medeoverheden en maatschappelijke partners wil inzetten om de kracht van alle regio’s beter te benutten:
1. herijk de reguliere beleids- en investeringslogica van het Rijk;
2. investeer in langjarige programma’s voor regionaal economische ontwikkeling;
3. werk aan een vitale relatie tussen regio en Rijksoverheid.
In de brief worden deze drie hoofdaanbevelingen verder besproken, met daarbij een aantal concrete vraagstukken, acties en toezeggingen die dienen als vertrekpunt voor de verdere uitwerking van het vervolg. De conclusie van de kabinetsreactie is: “Het moet anders en beter. Het gaat hier om de toekomst van de regio’s en de mensen die er wonen. Om de gemeenschapszin en leefbaarheid die onder druk staat. Hier ligt een opdracht voor het kabinet en ons allemaal.”
De brief is een reactie op hoofdlijnen op het advies en er worden alvast relevante acties benoemd om verder te komen. Deze zomer start een vervolgtraject om samen met medeoverheden en betrokken partijen te werken aan duurzame versterking van regio’s in Nederland. Daarbij wil het kabinet “niet meer beloven dan we waar kunnen maken.” De benodigde omslag in denken en doen is een weg van lange adem.
Lees de kabinetsreactie op het advies ‘Elke regio telt!’
Lees meer over het advies ‘Elke regio telt!
Voor meer informatie over het advies kunt u contact opnemen met projectleider Bart Swanenvleugel bart.swanenvleugel@rli.nl 06 5201 2691