Samen werken

Bedrijventerreinen bieden cruciale kansen voor de verduurzaming van bedrijven en de samenleving. Om deze te verzilveren moet de overheid heldere doelen stellen en ondernemers ondersteuning bieden.
Bedrijventerrein Grote Polder Zoeterwoude

Aanleiding en adviesvraag
 

Reguliere bedrijventerreinen zijn cruciaal voor de Nederlandse economie en samenleving. Op de 3.400 reguliere bedrijventerreinen in Nederland wordt circa 30% van het bbp gegenereerd en is 28% van de werkgelegenheid gevestigd. Samen zijn ze goed voor 10% van het bebouwde oppervlak in Nederland.

De verduurzaming van bedrijventerreinen loopt achter. Vermindering en vergroening van het energiegebruik blijft achter, net als het bevorderen van circulariteit, klimaatadaptatie en biodiversiteitsherstel. Daarnaast zijn er vragen over de efficiëntie van het ruimtegebruik en het behoud van landschapskwaliteit.

Lange tijd kregen bedrijventerreinen – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de industriële clusters (zware industrie) – relatief weinig aandacht. Sinds kort groeit de aandacht voor bedrijventerreinen bij het Rijk, provincies en gemeenten. Echter, deze aandacht gaat voornamelijk naar de landschappelijke effecten van grootschalige distributiecentra (‘verdozing’) en de concurrentie van de ruimtevraag van bedrijventerreinen met andere ruimteclaims zoals woningbouw. Er is geen beleid gericht op de verduurzaming van bedrijventerreinen zelf, waarin de verschillende duurzaamheidsopgaven worden geïntegreerd. Dit is een gemis, want het unieke karakter van bedrijventerreinen – meerdere, andersoortige bedrijven zijn in elkaars nabijheid gevestigd – biedt substantiële kansen om de verduurzaming van bedrijven en de samenleving te versnellen.

De centrale vraag van dit advies is: “Met welke beleidsmaatregelen en -instrumenten is de verduurzaming van bedrijventerreinen en de ondernemingen die er zijn gevestigd, te versnellen? En welke rol zouden de rijksoverheid, andere overheden, marktpartijen en de samenleving hierbij moeten spelen?”

Toelichting 
 

Net als de rest van Nederland moeten bedrijven verduurzamen. Helaas verloopt dit proces te traag. Dat is begrijpelijk, want veel ondernemers hebben hun handen vol aan het runnen van hun bedrijf. Daarnaast kampen ondernemers in toenemende mate met schaarste aan grondstoffen, netcapaciteit, arbeidskrachten en ruimte.

Verduurzaming is voor veel van deze problemen (een deel van) de oplossing. Het bedrijventerrein is een perfect schaalniveau om ondernemers daarbij te helpen en tegelijkertijd de verduurzaming van Nederland te versnellen. Momenteel ontbreekt beleid dat deze kansen benut.

Sommige maatregelen kunnen bedrijven zelfstandig nemen, zoals het optimaliseren van bedrijfsprocessen. Maar voor andere maatregelen is samenwerking noodzakelijk. Neem de opwek van duurzame elektriciteit. Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk is overvol en daarom kunnen bedrijven steeds moeilijker stroom afnemen en duurzaam opgewekte stroom leveren. Een energiehub maakt bedrijven minder afhankelijk van het netwerk. Hiermee leveren bedrijven zelf opgewekte energie aan elkaar en slaan ze overschotten gezamenlijk op. De winst is voor bedrijven – zij verduurzamen hun bedrijfsvoering – maar óók voor de samenleving: netcongestie wordt voorkomen en de energietransitie versneld.

Dit soort maatregelen vereist georganiseerde samenwerking tussen bedrijven. Helaas kent slechts 20% van de reguliere bedrijventerreinen een of andere vorm van organisatie. Ondernemers lopen tegen meer belemmeringen aan. Zo zijn de benodigde investeringen groot en veel ondernemers weten niet wat de overheid nu en in de toekomst van hen verwacht. Ondersteuning vanuit de gemeente is vaak beperkt door gebrek aan expertise en capaciteit. Kortom, de overheid moet ondernemers meer en beter ondersteunen.

De Rli doet drie aanbevelingen om de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen.

Formuleer een toekomstbeeld

Schets een toekomstbeeld van duurzame bedrijventerreinen, gekoppeld aan meetbare tussendoelen met een helder tijdpad. Ontwikkel een duurzaamheidslabel voor bedrijventerreinen. Dit ontzorgt ondernemers door complexe wet- en regelgeving overzichtelijk te maken.

Maak georganiseerde samenwerking verleidelijk en uiteindelijk wettelijk verplicht

Stimuleer georganiseerde samenwerking middels fiscale voordelen, subsidies voor collectieve verduurzamingsprojecten en financiering van gezamenlijke inhuur van een parkmanager. Maak het uiteindelijk wettelijk verplicht voor ondernemers op een bedrijventerrein om zich aan te sluiten bij een Vereniging van Eigenaren en Gebruikers.

Zorg voor een heldere rolverdeling

Laat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat namens het Rijk de nationale kaders stellen. Geef de provincies een centrale rol en laat hen de regionale regie voeren. Gemeenten zijn als bevoegd gezag de eerst aangewezen gesprekspartner van bedrijventerreinen. Maak van Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) expertisecentra voor verduurzaming van bedrijventerreinen.

Planning

Op 31 oktober 2023, 15.30 uur publiceerde de raad het advies. Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) nam het advies in ontvangst. Het advies werd ook aangeboden aan minister Jetten voor Klimaat en Energie en minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

foto overhandiging advies
V.l.n.r.: Evert Nieuwenhuis (projectleider), minister Adriaansens, Jan Jaap de Graeff (voorzitter Rli), Erik Verhoef (Rli-raadslid en voorzitter commissie) en Yourai Mol (raadslid)

Bijeenkomst op donderdag 7 december 2023, 14:00 – 17:00 uur

De Rli organiseerde op donderdagmiddag 7 december in Den Haag een bijeenkomst over zijn advies. We gaan hierover graag met u in gesprek. 

Lees hier de impressie van de bijeenkomst Samen werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen

Meer informatie

Voor meer informatie over het advies of uw reactie kunt u contact opnemen met de projectleider Evert Nieuwenhuis, evert.nieuwenhuis@rli.nl, of 06 21926501.

Samenvatting

Bedrijventerreinen zijn essentieel voor het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse samenleving. Helaas zijn ze te lang een blinde vlek geweest voor de overheid en kregen ze niet de aandacht die ze verdienen. De laatste jaren groeit weliswaar de beleidsmatige aandacht voor bedrijventerreinen, maar een cruciaal aspect blijft daarbij onderbelicht: de bedrijven op deze terreinen hebben meer hulp nodig bij hun verduurzaming, en hebben daar ook baat bij.
 

Verduurzaming van bedrijventerreinen is onvermijdelijk. Veel van de benodigde verduurzamings­maatregelen kunnen de op deze terreinen gevestigde bedrijven zelfstandig nemen, maar voor een groot aantal maatregelen is georganiseerde samenwerking op het niveau van het bedrijventerrein efficiënter of zelfs onmisbaar. Het gebrek aan aandacht voor verduurzaming van bedrijventerreinen is dan ook een groot gemis, zowel voor de daar gevestigde ondernemers als voor de Nederlandse samenleving. Het is hoog tijd dat de overheid naast deze ondernemers gaat staan en hen praktische en financiële ondersteuning biedt, heldere kaders stelt en duidelijkheid voor de lange termijn geeft.

In dit advies brengt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in kaart wat er aan verduurzaming op bestaande bedrijventerreinen mogelijk is, wat dat voor bedrijven en de samenleving kan opleveren en welke acties van de overheid nodig zijn om dit proces in beweging te krijgen.

Meerwaarde van verduurzaamde bedrijventerreinen

Verduurzaming is voor ondernemers een opgave, maar biedt hun ook een oplossing voor problemen als schaarste aan grondstoffen, netcapaciteit, arbeidskrachten, ruimte en energie. Op die manier dragen duurzame bedrijventerreinen bij aan de toekomstbestendigheid van bedrijven. Immers, een duurzame bedrijfsvoering wordt de norm en wie niet duurzaam is, verliest zijn license to operate. 

De circa 3.400 reguliere bedrijventerreinen die Nederland telt, kunnen de komende decennia substantieel bijdragen aan de nationale duurzaamheidstransities. Zo kunnen bedrijventerreinen een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie door met behulp van bijvoorbeeld zonnepanelen op bedrijfsdaken duurzame energie op te wekken, op te slaan en onderling te delen via energiehubs. Daarmee helpen ze tegelijkertijd overbelasting van het elektriciteitsnet (netcongestie) te voorkomen. Ook kunnen bedrijventerreinen fors bijdragen aan de totstandkoming van een circulaire economie, klimaatadaptatie, herstel van de biodiversiteit en verbetering van landschapskwaliteit en ruimtegebruik.

Belang van samenwerking

Voor veel verduurzamingsmaatregelen op reguliere bedrijventerreinen geldt dat ze alleen (goed) zijn uit te voeren als de bedrijven op het terrein samenwerken met elkaar en/of met andere partijen op en rond het terrein. Dat geldt bijvoorbeeld voor het delen van reststromen en hergebruik van grondstoffen of maatregelen die de gevolgen van klimaatverandering tegengaan. Ook als verduurzamingsmaatregelen wél individueel uitvoerbaar zijn, zoals isolatiemaatregelen of het vergroenen van gevels om gebouwen te koelen, is het vaak goedkoper en efficiënter om ze in samenwerking op te pakken. Bij andere verduurzamingsmaatregelen is samenwerking met (overheids)instanties in de regio nodig om ze te laten slagen. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van een warmtenet voor het benutten van restwarmte.

Verduurzaming van bedrijventerreinen vraagt dus in veel gevallen om een gezamenlijke inspanning op verschillende niveaus. Georganiseerde samenwerking is daarbij noodzakelijk. Als de samen­werkende bedrijven collectieve taken in handen kunnen geven van een capabele parkmanager, hoeven ze ingewikkelde vraagstukken niet meer ieder afzonderlijk op te lossen. Door met elkaar samen te werken, bouwen de betrokken partners onderling vertrouwen op. Dat bevordert het nemen van verduurzamingsmaatregelen en geeft ondernemers zekerheid voor de toekomst van hun bedrijf op die locatie. 

Belemmeringen

De kansen die verduurzaming van bedrijventerreinen biedt, zijn dus talrijk. Toch komt het proces vooralsnog maar mondjesmaat van de grond. Er zijn nauwelijks bedrijventerreinen waar serieus wordt gewerkt aan substantiële, integrale verduurzamingsoplossingen. Hoe komt dat?

Diverse belemmeringen spelen hier een rol. Om te beginnen is de organisatiegraad op de meeste bedrijventerreinen laag; slechts 20% van de reguliere terreinen kent een of andere vorm van organisatie. Verder zijn de benodigde investeringen om te verduurzamen voor menig ondernemer te hoog. Ook missen veel ondernemers duidelijkheid over de precieze doelen en het tijdpad van de verduurzamingsoperatie. Ze ervaren bovendien vaak dat de ondersteuning vanuit de gemeente beperkt is: daar ontbreekt het aan de benodigde deskundigheid en capaciteit. Ten slotte lopen ondernemers geregeld tegen wettelijke bepalingen en overheidsvoorschriften aan die het doorvoeren van maatregelen aan bedrijfspanden vertragen of zelfs verhinderen.

Aanbevelingen

Om ondernemers beter te helpen bij het versnellen van de noodzakelijke verduurzaming op bestaande bedrijventerreinen, is een nieuw perspectief nodig. Bedrijventerreinen moeten niet meer worden gezien als een stuk grond met bedrijfspanden, maar als een verzameling ondernemers die een geheel vormt dat meer kan zijn dan de som der delen. Het is tijd om niet alleen te streven naar duurzame bedrijven, maar ook naar duurzame bedrijventerreinen.

Concreet doen wij aan het kabinet de volgende aanbevelingen: 
1.    Het Rijk zou een toekomstbeeld moeten schetsen van duurzame bedrijventerreinen. In dit toekomstbeeld zou het Rijk ook aandacht moeten geven aan het belang van ruimtelijke ordening (eventuele herstructurering en herplaatsing). Voor de realisatie van dit toekomstbeeld is een tijdpad met concrete tussendoelen cruciaal. Wij adviseren daarom het toekomstbeeld te vertalen in landelijke, meetbare normen voor bedrijventerreinen en te koppelen aan een (vooralsnog vrijwillig) duurzaamheidslabel dat de mate van duurzaamheid van een bedrijventerrein weergeeft. Zo’n label stimuleert het bereiken van nationale duurzaamheidsdoelstellingen, en biedt ook voordelen aan de betrokken ondernemers.
2.    Het Rijk zou samenwerking in georganiseerd verband op bedrijventerreinen verleidelijk moeten maken en uiteindelijk verplicht moeten stellen. Het Rijk kan hiervoor om te beginnen stimulerende instrumenten inzetten, zoals fiscale voordelen en subsidies voor collectief opgezette verduurzamingsprojecten. Niet vrijblijvende samenwerking kan bovendien een voorwaarde vormen voor financiële ondersteuning vanuit het Rijk. Die voorwaarde moet naar ons oordeel zeker gaan gelden voor een nationaal fonds voor verduurzaming van bedrijventerreinen. Zo’n fonds, dat kan bestaan uit een bundeling van bestaande budgetten, bevordert een integrale en collectieve aanpak op bedrijventerreinen. Uiteindelijk zal het Rijk via een Wet organisatievorming bedrijventerreinen ondernemers (zowel eigenaren als gebruikers) op bedrijventerreinen moeten verplichten om lid te worden van een vereniging die het terrein vertegenwoordigt.
3.    Het Rijk zou moeten zorgen voor een heldere rolverdeling tussen de overheden en uitvoeringsinstanties die betrokken zijn bij de verduurzaming van bedrijventerreinen. Het Ministerie van EZK zou een leidende rol moeten krijgen en in die hoedanigheid de nationale kaders voor de verduurzamingsopgave moeten opstellen. De provincies kunnen dan vanuit een coördinerende rol regie voeren op de uitvoering van het proces binnen de kaders van het Rijk. Het Rijk zal provincies voldoende middelen moeten geven om de verduurzaming van bedrijventerreinen op gang te brengen. Gemeenten zijn binnen deze rolverdeling behalve vergunningverlener en opsteller van omgevingsplannen ook de eerst betrokken overheid bij ontwikkeling en beheer van bedrijventerreinen. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) ten slotte, fungeren dan als expertisecentrum voor bedrijven, bedrijventerreinverenigingen en overheden.