Aanleiding
De Nederlandse economie draait voor een belangrijk deel op de activiteiten in de stedelijke regio’s. Het belang van die stedelijke regio’s neemt de komende jaren alleen maar verder toe. Het aantal inwoners neemt er toe, evenals de bedrijvigheid en culturele activiteiten. Het is daarom van nationaal belang dat het dagelijks leven in stedelijke regio’s optimaal functioneert. Goede bereikbaarheid in stedelijke regio’s is daarvoor onmisbaar.
Door het succes van de stad wordt het er steeds drukker, met vastlopende verkeersstromen binnen de stadsgrenzen tot gevolg. Auto- en fietsfiles en overvol ov zijn nu al aan de orde van de dag. Daar komt bij dat technologische ontwikkelingen, veranderingen in stedelijk ruimtegebruik, knellende klimaatdoelen en een grotere behoefte van mensen aan flexibiliteit, invloed hebben op de bereikbaarheid in stedelijke regio’s. Onder druk van die ontwikkelingen veranderen de klassieke scheidslijnen tussen vervoerswijzen, tussen wat publiek en privaat is en tussen beleidsterreinen. Werken, recreëren en winkelen vindt steeds vaker plaats op wisselende locaties en worden gecombineerd. Functies van gebouwen en ruimtes staan niet langer vast. Mobiliteitsdiensten, elektrische fietsen en autodelen veranderen de mogelijkheden van mensen om op hun plaatsen van bestemming te komen.
Toelichting
De raad constateert dat het huidige overheidsbeleid en het bijbehorend instrumentarium onvoldoende mogelijkheden biedt om op de maatschappelijke veranderingen in te spelen.
- Het huidige bereikbaarheidsbeleid is sectoraal georganiseerd en daardoor gesegmenteerd. Voor elke vervoerswijze hanteert de overheid andere instrumenten, financiering en fiscale prikkels.
- Overheden zijn vaak geneigd vanuit hun eigen deelverantwoordelijkheid te redeneren, bijvoorbeeld als wegbeheerder van rijksinfrastructuur of provinciale infrastructuur of als concessieverlener van het hoofdrailnet of het regionaal openbaar vervoer.
- Het huidige bereikbaarheidsbeleid is nog te eenzijdig gericht op het optimaliseren van infrastructuren en mobiliteit (snelheid). Er wordt nog te weinig werk gemaakt van de nabijheid van voorzieningen en activiteiten.
Aanbevelingen
Om functies in stedelijke regio’s ook in de toekomst bereikbaar te houden, pleit de raad voor de ontwikkeling van beleid dat zich integraal richt op het doel van bereikbaarheid: mensen de mogelijkheid bieden om binnen een acceptabele reistijd zo veel mogelijk activiteiten te ontplooien. Dat betekent in de praktijk:
- ontschotten van wet- en regelgeving;
- overheden die gezamenlijk bereikbaarheidsopgaven die prioriteit hebben identificeren en de aanpak daarvan gezamenlijk financieren;
- het dynamischer en vraaggerichter maken van het belastingstelsel en de subsidiëringsystematiek voor verkeer en vervoer;
- bij elk ruimtelijk of infrastructureel besluit nadrukkelijk zowel ruimtelijke oplossingen als mobiliteitsoplossingen meewegen.
Datum van publicatie
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft op 26 januari 2017 dit advies formeel in ontvangst genomen tijdens een werksessie met stakeholders.
Foto: Fred Ernst
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Nicole van Buren, projectleider, e-mail: nicole.van.buren@rli.nl