Ruimte voor de regio in Europees beleid

Dit advies gaat in op hoe Nederland vroeg in de Europese besluitvorming meer invloed kan uitoefenen om te zorgen voor een beter uitvoerbaar leefomgevingsbeleid.
illustratie toont verbindingen tussen de verschillende spelers die het EU-beleid vormgeven en geeft zo de complexiteit weer

Aanleiding 

Europees beleid werkt door tot in de regio en de leefomgeving van mensen. In de regio wordt abstract Europees beleid omgezet in plannen en projecten die de burger raken en worden uiteenlopende doelen en belangen tegen elkaar afgewogen.

In het advies analyseert de Rli welke spanningen beleid- en regelgeving voor de fysieke leefomgeving in de regio veroorzaken en in hoeverre deze spanningen zijn toe te schrijven aan Europees beleid. Het advies is gericht op de beantwoording van de vraag wat verschillende overheden en andere betrokken partijen in het Europese besluitvormingsproces kunnen doen om die spanningen te verminderen.

Belangrijkste bevindingen

De Rli constateert dat beleid- en regelgeving voor de fysieke leefomgeving in de regio spanningen veroorzaken die mede aan Europees beleid toe te schrijven zijn. Kort samengevat betreft het de volgende:

  • Europees omgevingsbeleid komt tot stand in een complex speelveld. Het Rijk is daarin de formele onderhandelingspartner maar veel bevoegdheden liggen op decentraal niveau. Het samenspel tussen de bestuurlijke niveaus is nog onvoldoende effectief.
  • Regionale spelers worden vaak pas geconfronteerd met de consequenties van Europees beleid als zij daarop geen invloed meer kunnen uitoefenen.
  • Europees en nationaal beleid hebben vaak een sectorale insteek terwijl op regionaal niveau een uitruil van beleidsclaims plaatsvindt.
  • Europa kiest vaak voor regulering en normering, terwijl in Nederland behoefte bestaat aan – en ervaring is opgedaan met – zachtere sturingsinstrumenten.
  • In algemene zin is er sprake van negatieve beeldvorming over Europa waarbij feiten en fictie meer dan eens dooreen lopen.

De Rli is van mening dat overheden en maatschappelijke spelers op verschillende niveaus effectiever moeten samenwerken. Alleen dan kan tijdig de Europese beleidsontwikkeling worden beïnvloed en kan de speelruimte worden benut om Europese beleidsambities effectief te verbinden met regionale vraagstukken.

De Rli benadrukt in zijn advies de kansen bij de voorbereiding van het Europees omgevingsbeleid.

De agenderende en voorbereidende fase is cruciaal voor het uitoefenen van invloed op Europees beleid en regelgeving. De kansen liggen volgens de Rli dan ook in een meer strategische inzet in deze fase, vanuit visie en inzicht in de te verwachten consequenties in de regionale praktijk. Dat vraagt om een slim samenspel tussen Rijk, decentrale overheden en samenleving.

Door vroegtijdig aandacht te vragen voor mogelijkheden voor maatwerk in de uitvoering en voor andere sturingsmogelijkheden kan de aansluiting tussen Europees beleid en regionale belangenafwegingen verbeterd worden. Daarnaast wijst de Rli op de specifieke belangen en vraagstukken in de grensregio’s. Nationaal beleid en wetgeving blijken daarvoor vaak onvoldoende oplossingen te bieden terwijl die er op Europees niveau wel zijn maar niet of onvoldoende worden benut.

Publicatiedatum

Dit advies is op 21 september 2015 aangeboden aan minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu.

Foto van de overhandiging van het advies aan de minister van IenM

Leon Frissen (r), raadslid Rli, overhandigt het advies 'Ruimte voor de regio in Europees beleid' aan Melanie Schultz, minister (IenM), 21 september 2015. Foto: Inge van Mill

Bekijk meer foto's van het aanbiedingsmoment van het advies Ruimte voor de Regio op 21 september 2015

Op 30 september 2015 licht de raad het advies toe in een workshop tijdens IPO-jaarcongres in Maastricht.

Meer informatie

Voor uw reactie op dit advies of voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hannah Koutstaal, projectleider, e-mail hannah.koutstaal@rli.nl