Duurzame ontwikkeling van het potentieel van de zee

In samenwerking met de Raad voor het Landelijk Gebied, de Raad voor Verkeer en Waterstaat  en de VROM-raad

Hoofdlijnen advies

Ontwikkel het economische en ecologische potentieel van de Europese zeeën en oceanen

De Europese zeeën en oceanen, waaronder de Noordzee en Waddenzee, herbergen een groot economisch en ecologisch potentieel. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat de druk ten gevolge van menselijke activiteiten op de zeeën groot is en toeneemt. De Europese Commissie wil een Europees Maritiem Beleid ontwikkelen waarmee het potentieel van de Europese oceanen en zeeën zich optimaal en duurzaam kan ontwikkelen. Dat beleid met zorgen voor de juiste balans tussen economische, sociale en milieuaspecten. 

De Raad voor de Wadden, de Raad voor het Landelijk Gebied, de Raad voor Verkeer en Waterstaat, en de VROM-raad achten dit een haalbare opgave. Daarvoor is dan wel een ingrijpende beleidsvernieuwing noodzakelijk, voor Nederland en voor Europa. Ontwikkelingen zullen ten eerste moeten aansluiten bij de werking van het zeesysteem. De dynamiek van de zee kan kansen bieden voor nieuwe economische ontwikkelingen maar stelt daar ook beperkingen aan. Ten tweede moeten de betrokken overheden kiezen voor een offensieve benadering. De overheid dient ruimte te creëren voor en sturing te geven aan de ontwikkeling van het maritieme en mariene potentieel. Dat vraagt om een ambitieuze overheid.

Voor de duurzame ontwikkeling van de oceanen en zeeën is meer nodig dan een overheid die zich richt op toetsing en toelating van activiteiten.

Uitwerking van een ontwikkelingsgerichte benadering

De raden bepleiten een programmatische uitwerking van de systeemgerichte ontwikkeling van het potentieel van de zee. De huidige op toelatingsplanologie geënte wijze van beheer zal namelijk op de langere termijn onvoldoende bijdragen aan de gewenste duurzame economische en ecologische ontwikkeling. Het feit dat het beleid hoofdzakelijk is gericht op beperking van schade (bijvoorbeeld visserijbeleid, milieubeleid) in plaats van op de optimalisering van functies in de context van de werking van het systeem, staat duurzame ontwikkeling in de weg. De programmatische uitwerking die de raden voorstaan bestaat uit de volgende bouwstenen:

  • strategische gebiedsvisies voor samenhangende regionale zeesystemen; 
  • inzicht in samenhang tussen verschillende gebiedswaarden en functies; 
  • lange termijndoelstellingen voor economie en ecologie, met concrete indicatoren; 
  • plannen en investeringen gericht op duurzame economische en ecologische ontwikkeling; 
  • monitoring, evaluatie en terugkoppeling, afgestemd op de gestelde indicatoren.

Inzet voor maritiem beleid op verschillende bestuurlijke niveaus

De raden zijn van mening dat bij het omgaan met de zeeën regionale verschillen tussen zeesystemen gerespecteerd dienen te worden. De boven genoemde ontwikkelingsgerichte benadering zal daarom op regionaal niveau, door alle betrokken staten gezamenlijk, uitgewerkt dienen te worden. De raden zien hierbij voor de EU een belangrijke rol, namelijk:

  • het formuleren van een strategisch kader: uitwerking van de grondgedachte in een ontwikkelingsgerichte en op het integrale systeem gebaseerde benadering; 
  • het vaststellen van een richtlijn: voorschrijven van regionale uitwerking en implementatie van integrale maritieme programma?s op grond van het strategisch kader; 
  • het ontwikkelen van sturingsinstrumenten: uitwerking van diverse sturingsinstrumenten die toepasbaar zijn bij een ontwikkelingsgerichte benadering.

Daarnaast zien de raden voor de Europese Unie een meervoudige opgave als het gaat om het zijn eigen beleid en organisatie. De Europese Commissie benadrukt in het Groenboek zelf het belang van integratie van beleidsterreinen.
Voor een offensief ontwikkelingsgericht beleid is ook een integratieslag noodzakelijk in de Europese regels en beleidslijnen die van toepassing zijn op mariene en maritieme aangelegenheden.