Duurzaam duurt het langst

De Raad voor de Wadden brengt een gevraagd advies uit aan de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over een duurzame visserij op de Waddenzee. In zijn visie op hoofdlijnen worden eerst de lijnen geschetst waarlangs een duurzame visserij voor alle vormen van visserij op de Waddenzee zich kan ontwikkelen.
De instandhouding van de biodiversiteit en het voldoen aan de eisen die het waddenecosysteem stelt aan fysische en chemische processen in het gebied een belangrijke randvoorwaarde om te komen tot een duurzame visserij op de Waddenzee.

Alvorens van een economisch gezonde visserij kan worden gesproken, moet eerst zijn voldaan aan de voorwaarden voor een ecologisch duurzame visserij. In de visie wordt invulling aan deze benadering gegeven, door aan te geven welke vormen en intensiteit van visserij mogelijk zijn binnen de hoofdfunctie natuur, om vervolgens in de uitwerking per soort in te gaan op de wijze waarop inpasbare visserijactiviteiten ook op een economisch verantwoorde manier kunnen worden uitgeoefend. De complexiteit en grote dynamiek van het waddenecosysteem vereist een hoge mate van flexibiliteit ten aanzien van het vaststellen van vangsthoeveelheden en het interpreteren van schommelingen in de omvang van de grootte van populaties van indicatorsoorten. Naast kwantitatieve criteria bestaat er behoefte aan kwalitatieve criteria om de actuele toestand van het waddenecosysteem goed in te kunnen schatten. Flexibel omgaan met vangsthoeveelheden en bevisbare soorten vereist een flexibel ondernemerschap van vissers en een regelgeving die dit mogelijk maakt.

Een van de instrumenten om tot een duurzame visserij te komen, is het gebruik van co-management. De Staatssecretaris zal het samenwerkingsproces tussen de overheid, de sector en de belangenorganisaties (actief) weer op gang moeten brengen.
Daarbij wordt gepleit voor een planmatige aanpak die concreet is met betrekking tot het tijdpad, de verantwoordelijkheden van de deelnemende partijen en het uiteindelijk te realiseren perspectief. Co-management kan uiteindelijk leiden tot een aanzienlijke vereenvoudiging van regelgeving.

De reservering van voedsel voor vogels vereist na 10 jaar herziening. Uitgangspunt is dat vogels die normaal gesproken foerageren in de Waddenzee in principe in de Waddenzee voldoende voedsel moeten kunnen vinden. Stabiele mosselbanken en Spisula in de Noordzeekustzone vormen uitwijkmogelijkheden voor extreme situaties. De geografische spreiding van het voedselaanbod moet worden gegarandeerd. Voor veel vogelsoorten is onvoldoende bekend welke eisen zij stellen aan het voedselaanbod. Hierover zal snel meer duidelijkheid moeten worden verkregen. Met de voedselreservering voor Scholeksters en Eidereenden kan flexibeler worden omgegaan door meer uit te gaan van de grootte van populaties.

De huidige visserijactiviteiten zijn grotendeels verenigbaar met of kunnen inpasbaar worden gemaakt binnen de hoofddoelstelling voor de Waddenzee mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Meer concreet zullen er maatregelen genomen moeten worden die resulteren in het ontstaan en de bescherming van sublitorale mosselbanken. Bevissing van de litorale banken is weer mogelijk zodra de totale oppervlakte groter is dan 4000 ha stabiele mosselbanken, dan wel een oppervlakte die op basis van EVA II realistisch en toereikend wordt geacht. Openstelling van de gehele Waddenzee voor de mosselzaadvisserij in een situatie met een optimaal areaal aan litorale en sublitorale banken is alleen mogelijk, indien de hiervoor genoemde doelstelling is gerealiseerd en nadat is gebleken dat de visserij volgens het Jan Louw principe gunstige resultaten oplevert voor het ecosysteem en de mosselzaadvisserij. Zodra aan deze beide voorwaarden is voldaan kan wat betreft de mosselzaadvisserij worden gekozen voor verweving van functies, in die zin dat, wat betreft de eventuele bevissing van mosselbanken, jaarlijks wordt bezien en wordt vastgelegd in het visplan, waar en op welke wijze mosselbanken kunnen worden bevist.

Voor wat betreft de kokkelvisserij zou de toegestane vangsthoeveelheid van 10 miljoen kilogram kokkelvlees teruggebracht moeten worden naar een zodanig niveau, dat er in de gehele Waddenzee een aanzienlijke toename kan optreden van het bestand van meerjarige, volgroeide kokkels. Daarnaast dient aangestuurd te worden op een visserij die uitsluitend is gericht op de economisch aantrekkelijke volgroeide kokkels. Als blijkt dat de hoeveelheid kokkels die op deze wijze beschikbaar komt voor de mechanische kokkelvisserij structureel minder bedraagt dan 5 miljoen kilogram kokkelvlees per jaar, dient de Staatssecretaris een deel van de sector te saneren door deze uit te kopen.

De handmatige kokkelvisserij sluit door zijn kleinschalige karakter goed aan bij de voorwaarden die de Raad stelt aan de visserijactiviteiten om te komen tot een duurzame visserij. De wat meer kleinschalige visserij, waaronder de visserij met vaste vistuigen, zou gediend zijn met een meer flexibele regelgeving om, afhankelijk van de bestandsniveau's meer jaarrond te kunnen vissen.

Met betrekking tot de garnalenvisserij en de boete die is opgelegd door de NMa moet duidelijkheid worden geschept in de vraag of en hoe Producentenorganisaties op korte termijn weer kunnen komen tot een beheerste visserij door bijvoorbeeld te werken met een gezamenlijk visplan.
Tot slot zullen er direct nadere afspraken moeten worden gemaakt met de Europese Commissie inzake de instandhouding van een beheerste visserij voor alle Europese niet-gequoteerde vissoorten.