Klimaatverandering vraagt om andere ruimtelijke keuzes
De voortschrijdende klimaatverandering maakt het steeds minder vanzelfsprekend dat de waterbeheerders in ons land altijd en overal de condities scheppen die nodig zijn om in ons land te kunnen wonen, werken en recreëren. Het vergt steeds grotere inspanningen om te zorgen voor de waterstaatkundige omstandigheden waar het huidige ruimtegebruik om vraagt. In sommige gebieden en voor sommige activiteiten komen de grenzen in beeld van wat nog kan. Het kabinet wil water en bodem meer sturend laten zijn voor het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat lukt nog onvoldoende. Op termijn kan dit leiden tot zeer hoge kosten. De Rli doet vier aanbevelingen om klimaatverandering goed te betrekken bij ruimtelijke keuzes:
1) De samenleving moet worden gestimuleerd om zelf klimaatbestendige ruimtelijke keuzes te maken.
De Rli adviseert het Rijk en de waterschappen om met een 'waterkalender' systematisch de gevolgen van klimaatverandering voor waterveiligheid, wateroverlast en zoetwatervoorziening in kaart te brengen en om daarover tijdig en toegankelijk te communiceren met bedrijven, burgers, gemeenten en provincies. Zo weet de samenleving op welke waterstaatkundige condities redelijkerwijs gerekend kan worden, tot wanneer dat het geval is en welke onzekerheden er daarna aan de orde zijn. Het gebruik van de ruimte en de bijbehorende (investerings-) beslissingen kunnen mede daarop worden gebaseerd. Nu gaan partijen er te gemakkelijk vanuit dat zij zich niet hoeven aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering, ook omdat te gemakkelijk wordt verondersteld dat de overheid de portemonnee trekt bij calamiteiten of andere onvoorziene gebeurtenissen.
2) Er moeten meer ruimtelijke keuzes met een tijdelijk karakter genomen worden.
Klimaatbestendige ruimtelijke ordening vraagt om meer flexibiliteit van het ruimtegebruik in ons land. Ruimte die in de nabije of verre toekomst nodig is voor waterstaatkundige werken (zoals dijkversterkingen en wateropslag) moet tijdelijk kunnen worden gebruikt voor andere ruimtelijke wensen, zoals het opwekken van energie, natuurontwikkeling en zelfs wonen. Daarnaast moet het ruimtegebruik in de toekomst aangepast kunnen worden als de huidige waterstaatkundige condities over enkele jaren of decennia niet meer tegen redelijke inspanningen en kosten realiseerbaar zijn. Dit vraagt om de ontwikkeling van nieuwe vormen van tijdelijk ruimtegebruik.
3) Toets alle ruimtelijke overheidsplannen en besluiten op hun houdbaarheid in het licht van klimaatverandering.
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen moeten hun eigen ruimtelijke visies, plannen en besluiten steeds toetsen op de gevolgen van klimaatverandering. Ook moeten zij voldoende ruimte reserveren voor dijken en andere maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.
4) Stel een programma op om tijdig vitale keuzes te maken over de toekomstige waterhuishouding van Nederland tijdig te maken.
Klimaatverandering noodzaakt tot fundamentele beslissingen als het gaat om bijvoorbeeld de afvoerverdeling van de Rijntakken, een open of gesloten Rijnmond, het bergen van rivierwater in de Zuidwestelijke Delta of de aanleg van een kustmeer. Deze beslissingen zullen grote invloed hebben op de toekomstige ruimtelijke ordening van Nederland. Voorbereiding en realisatie zullen echter verscheidene decennia duren. De Rli adviseert het kabinet daarom om een programma op te stellen om deze beslissingen tijdig te kunnen nemen.
Noot voor de redactie
Voor het aanvragen van interviews kunt u contact opnemen met Anneke Verschoor, communicatieadviseur, anneke.verschoor@rli.nl of 06 15359540.
Voor inhoudelijke informatie over het advies kunt u contact opnemen met de projectleider Luc Boot, luc.boot@rli.nl, of 06 10577495.
Op 12 juni 2024 vanaf 00.01 uur, is het advies te downloaden via www.rli.nl
Volg ons op LinkedIn en X @raadrli en doe mee met #klimaatadaptatie | #ruimtelijkeordening