Een nieuw Wadden Sea Plan

In 1997 hebben Nederland, Duitsland en Denemarken in het Trilaterale Wadden Sea Plan (WSP) afspraken gemaakt over het gezamenlijke beheer van de Waddenzee. Dit plan is nu bijna twaalf jaar oud en moet worden herzien. Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de Raad voor de Wadden daarom gevraagd welke rol het plan in het geheel van plannen moet innemen. De Raad voor de Wadden adviseert dat het nieuwe WSP een strategisch plan moet worden met een duidelijke overkoepelende visie op het Waddenzeebeleid.

Geen meerwaarde gezamenlijk Natura 2000-beheerplan

De Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen en de Kaderrichtlijn Water (KRW) hebben al gezorgd voor meer overeenstemming tussen de Waddenzeelanden. Daarom stelt de Raad dat het slechts een kleine meerwaarde zou opleveren om het WSP als een gezamenlijk Natura 2000-beheerplan vorm te geven. Ook verschillen in wetgeving tussen de drie landen en binnen Duitsland tussen de drie deelstaten zorgen ervoor dat dit op het moment niet haalbaar is.

Welke functie moet het WSP wel hebben?

Het nieuwe WSP moet volgens de Raad een strategisch plan worden met een duidelijke overkoepelende visie op het Waddenzeebeleid. In het plan zal in ieder geval de onderlinge afstemming tussen het beleid van de landen op het gebied van Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Water moeten worden geregeld.

De Waddenzee als Werelderfgoed

De mogelijke toekenning van de Werelderfgoedstatus aan (een deel van) de Nederlands-Duitse Waddenzee is een goede aanleiding om een meer ambitieus WSP op te stellen. Als het gebied de status van Werelderfgoed krijgt, dan zullen de drie Waddenzeelanden een beheerplan moeten opstellen. Vanuit de Unesco, die over de aanwijzing beslist, wordt een aantal eisen aan dit beheerplan gesteld, waaraan het WSP volgens de Raad redelijk eenvoudig kan voldoen.

Wadden Sea Board

De toekomstige rol van het WSP is niet alleen afhankelijk van de inhoud van het plan, maar ook van de trilaterale organisatie die ermee moet werken. Om die reden wordt in het advies ook ingegaan op de voorgenomen wijziging van die organisatie. De toekomstige Wadden Sea Board moet volgens de Raad een sturende rol hebben in de trilaterale samenwerking en zal verantwoordelijk moeten zijn voor de aansturing van het WSP. Daarnaast moet de Board partijen aanspreken op het nakomen van de gemaakte afspraken en een actieve rol hebben. Na een aantal jaren moeten de (nieuwe) Board en het WSP ieder afzonderlijk en in onderlinge verhouding worden geƫvalueerd.