Positie van megabedrijven
De raad constateert, dat in ons land het aantal megabedrijven in de land- en tuinbouw tussen 1994 en 2004 bijna verdrievoudigd en het aandeel in de productiecapaciteit meer dan verdrievoudigd is. Toch hebben megabedrijven nog steeds een bescheiden aandeel in zowel het totale aantal agrarische bedrijven (1,6%) als in de totale productiecapaciteit (17%). Het Nederlandse megabedrijf vertoont alle kenmerken van het midden- en kleinbedrijf en is klein vergeleken bij megabedrijven elders in Europa. De (glas)tuinbouw vertoont een geheel ander beeld. Daar is het aandeel van de megabedrijven met 12% van het aantal en 44% van de productiecapaciteit veruit het hoogst van alle sectoren.
Kracht van het megabedrijf
Naarmate het productieproces beter beheersbaar is, naarmate de werkzaamheden minder seizoengebonden zijn en meer specialisatie in arbeidstaken mogelijk is, acht de raad het megabedrijf kansrijker. Betrekkelijk eenvoudige en routinematige werkzaamheden maken het werken met personeel van buiten het gezin gemakkelijker en goedkoper. Deze factoren verklaren dat vooral in de glastuinbouw met steeds meer jaarrondteelten een snelle ontwikkeling naar grote bedrijven zichtbaar is.
Perspectief voor het megabedrijf
De raad verwacht dat het aandeel van megabedrijven in zowel omvang als aantal in Nederland toeneemt, maar deze toename zal, met uitzondering van de glastuinbouw, zeer beperkt zijn. In de grondgebonden sectoren blijft de gezins- en familiestructuur dominant. Binnen de glastuinbouw verwacht de raad wel een verdere toename van megabedrijven.