RLG-advies: ruimte voor megabedrijf én gezinsbedrijf

Het Nederlandse megabedrijf in de land- en tuinbouw combineert de sterke kanten van het gezinsbedrijf met de voordelen van grootschaligheid. Desondanks zal met uitzondering van de glastuinbouw de onmiskenbare trend naar schaalvergroting in ons land niet leiden tot een brede ontwikkeling van dergelijke bedrijven. Dat concludeert de Raad voor het Landelijk Gebied in zijn advies 'Buitenbeentjes en boegbeelden' dat op 6 april 2006 wordt aangeboden aan minister Veerman (LNV). De invloed die het landbouwbedrijf in al zijn verscheidenheid heeft op het landschap, de natuur, het water, de lucht of het dierwelzijn wordt vooral bepaald door de bedrijfsvoering en niet zozeer door het verschil tussen gezins- of megabedrijf. De raad adviseert het rijk en de provincies dan ook geen keuze te maken tussen óf het gezinsbedrijf óf het megabedrijf maar alle bedrijven ontwikkelingsruimte te bieden mits ze voldoen aan de randvoorwaarden van ruimtelijke ordening, milieu en natuur- en landschap.

Positie van megabedrijven

De raad constateert, dat in ons land het aantal megabedrijven in de land- en tuinbouw tussen 1994 en 2004 bijna verdrievoudigd en het aandeel in de productiecapaciteit meer dan verdrievoudigd is. Toch hebben megabedrijven nog steeds een bescheiden aandeel in zowel het totale aantal agrarische bedrijven (1,6%) als in de totale productiecapaciteit (17%). Het Nederlandse megabedrijf vertoont alle kenmerken van het midden- en kleinbedrijf en is klein vergeleken bij megabedrijven elders in Europa. De (glas)tuinbouw vertoont een geheel ander beeld. Daar is het aandeel van de megabedrijven met 12% van het aantal en 44% van de productiecapaciteit veruit het hoogst van alle sectoren.

Kracht van het megabedrijf

Naarmate het productieproces beter beheersbaar is, naarmate de werkzaamheden minder seizoengebonden zijn en meer specialisatie in arbeidstaken mogelijk is, acht de raad het megabedrijf kansrijker. Betrekkelijk eenvoudige en routinematige werkzaamheden maken het werken met personeel van buiten het gezin gemakkelijker en goedkoper. Deze factoren verklaren dat vooral in de glastuinbouw met steeds meer jaarrondteelten een snelle ontwikkeling naar grote bedrijven zichtbaar is.

Perspectief voor het megabedrijf

De raad verwacht dat het aandeel van megabedrijven in zowel omvang als aantal in Nederland toeneemt, maar deze toename zal, met uitzondering van de glastuinbouw, zeer beperkt zijn. In de grondgebonden sectoren blijft de gezins- en familiestructuur dominant. Binnen de glastuinbouw verwacht de raad wel een verdere toename van megabedrijven.