‘Overheidsbeleid bedrijventerreinen is achterhaald’

VROM-raad stelt geheel nieuwe werkwijze voor

De VROM-raad wil een robuuste vernieuwing van de huidige praktijk van bedrijventerreinenplanning. Daarmee kan een hogere kwaliteit en meer economisch voordeel van bedrijventerreinen bereikt worden. De vernieuwing vraagt om regionale samenwerking van overheden en om betere samenwerking met ondernemers en andere marktpartijen. Die moeten zowel de ontwikkeling als het langetermijnbeheer van terreinen op zich kunnen nemen. De VROM-raad vindt deze veranderingen noodzakelijk om hiermee de neerwaardse spiraal te doorbreken én om beter in kunnen te spelen op veranderingen in de markt. ‘Het roer moet en kan om’, zo is de boodschap van het advies ‘Werklandschappen, een regionale strategie voor bedrijventerreinen’ dat de VROM-raad op 29 juni heeft aangeboden aan minister Dekker van VROM.

De VROM-raad wil de vicieuze cirkel van gemeentelijke concurrentie, de race naar de bodem, doorbreken. Gemeenten bieden nu grond zo ruim en zo goedkoop aan dat verhuisbewegingen van ondernemers naar nieuwe terreinen en extensief grondgebruik worden uitgelokt en de bestaande terreinen snel verouderen. In de ogen van de VROM-raad is regionale samenwerking noodzakelijk om dit patroon te doorbreken. Regionale samenwerking biedt nog meer voordelen. Het schept kansen om afspraken te maken over herstructurering van terreinen in de regio, over een gedifferentieerd aanbod van typen werklandschappen, en het is bovendien een belangrijke voorwaarde voor regionale verevening tussen oude en nieuwe terreinen. In de regionale strategie moeten gemeenten niet alleen meer met elkáár samenwerken, maar moeten zij ook meer ruimte geven aan ontwikkelaars, beleggers en ondernemers om hun verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg op en rond werkgebieden op te pakken.

De nieuwe term ‘werklandschappen’ die de VROM-raad voorstelt, geeft uitdrukking aan de meer integrale en vraaggerichte manier van denken over werklocaties. Bedrijventerreinen moeten uit hun isolement worden gehaald en onderdeel worden van het stedelijk landschap. De voorstellen van de VROM-raad leveren zowel economisch voordeel als ruimtelijke kwaliteit.

Overheid: streef naar functiemenging op bestaande én op nieuwe terreinen

Juist de combinatie van werken met andere functies biedt kansen voor duurzame en levendige (woon)werklandschappen. Een meer flexibele wetgeving ten aanzien van milieuzonering kan de ontwikkelingsdynamiek versterken. Voor hindergevende bedrijvigheid blijven aparte terreinen nodig, die dan wel verboden zijn voor bedrijven die wél in bebouwd gebied ingepast kunnen worden.

Overheid en markt: richt de aandacht primair op bestaande terreinen

Het ontwikkelen van steeds nieuwe bedrijventerreinen stimuleert verhuisstromen en leidt mede hierdoor tot leegloop en snellere veroudering van bestaande terreinen. De aandacht moet primair gericht zijn op de bestaande voorraad. Het Rijk kan onder voorwaarden de overdrachtsbelasting bij herstructurering afschaffen.

Gemeenten: maak in regionaal verband afspraken over de grondprijs

De concurrentie op grondprijzen tussen gemeenten leidt tot onzorgvuldig ruimtegebruik en gederfde inkomsten die hard nodig zijn voor investeringen in ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen. De raad pleit voor een reële grondprijs die ten minste gelijk is aan de kostprijs en bij voorkeur overeenkomt met de kostprijs plus opslag.

Regionale regie: ook een taak voor Rijk en provincies

Voor meer regionale regie moet het voorstel voor de nieuwe Grondexploitatiewet worden aangevuld met de mogelijkheid voor regionale verevening tussen niet-aaneengesloten locaties, onder de voorwaarde dat een regionale werklandschappenvisie hieraan ten grondslag ligt. De provincies en het Rijk kunnen regionale samenwerkingsprojecten stimuleren.

Gemeenten: werk meer samen met marktpartijen en treed zonodig terug

Gezien de brede marktkennis en een open oog voor rendement en risicoaspecten pleit de raad voor een grote rol van de markt, onder meer bij het in één hand ontwikkelen én beheren van werklandschappen. Gemeenten kunnen een stap terug doen als ontwikkelende partij, maar moeten er in regionaal verband voor zorgen dat er geen overaanbod ontstaat in de regio.

Gemeenten: intensiveer de samenwerking met ondernemers en start met ‘quick wins’

Van ondernemers mag verwacht worden dat zij, als mede-eigenaar, huurder of beheerder van het bedrijventerrein, (mede) verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit ervan. Gemeenten kunnen het draagvlak van ondernemers voor kwaliteitszorg op en rond werkgebieden verhogen met quick wins. Om het probleem van freeriders bij doorverkoop te voorkomen kan het Rijk aanvullend een regeling maken voor kwalitatief lidmaatschap van een parkmanagementorganisatie.

Rijksoverheid: verbeter de informatievoorziening voor het ‘werken’ 

Naast kwantitatieve prognoses zouden nadrukkelijk ook trends in de vraag naar verschillende kwaliteitskenmerken (bedrijfstypen, bereikbaarheid etc.) in beeld moeten worden gebracht. Introduceer een regionale footprint, die een integraal beeld geeft van de totaleimpact van een werkgebied op de omgeving, op het vervoerssysteem en de woningmarkt.