Kabinetsreactie op advies ‘Greep op gevaarlijks stoffen’

Het kabinet geeft in zijn brief ‘chemische stoffen’ van 15 april jl. aan de Tweede Kamer zijn reactie op het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) ‘Greep op gevaarlijke stoffen’.

foto van de kaft met titel Greep op gevaarlijke stoffen en Rli-logo

Met deze brief informeert het kabinet tevens de Tweede Kamer over nog drie rapporten met betrekking tot chemische stoffen in de leefomgeving. De drie rapporten betreffen: een RIVM-rapport over het omgaan met zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) in een circulaire economie, het eindrapport van de praktijktest alternatieve ‘antifouling’, en het RIVM-rapport over persistente organische verontreinigende stoffen (POP’s: ‘Persistent organic pollutants’) in moedermelk.

De analyse van de Rli raakt veel punten van het stoffenbeleid. Staatssecretaris Van Veldhoven (IenW) onderschrijft in haar reactie de conclusie van de raad dat met het huidige overheidsbeleid om de risico’s van gevaarlijke stoffen te beheersen al veel bereikt is, zowel nationaal als internationaal, en dat er tegelijkertijd aandacht nodig blijft voor verbetering. Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) moeten zo min mogelijk in onze leefomgeving voorkomen, zodat de kans op blootstelling aan die stoffen zo klein mogelijk is. Dat is beter voor mens én milieu. De doelstelling van het kabinet is dat circulair en veilig wordt omgegaan met stoffen en materialen. Hoe langer deze mee gaan in een circulaire economie, hoe belangrijker het is dat ze zo min mogelijk risico’s met zich meebrengen. Dit betekent een inzet op het voorkómen van productie, gebruik en uitstoot van ZZS, maar ook inzet op het beheersen en saneren van ZZS die zich helaas al in onze leefomgeving bevinden. Het is daarbij goed dat de Rli zich richt op méér dan ZZS en SVHC-stoffen, en bijvoorbeeld ook stoffen waarvoor specifieke regels gelden, zoals gewasbeschermingsmiddelen of geneesmiddelen. Volgens de staatssecretaris geldt daarbij wel het principiële streven naar een verwaarloosbaar risico voor mens en milieu en een zoveel als mogelijke integrale aanpak.

De meeste aanbevelingen ondersteunen het kabinetsbeleid, ook in de Europese context van bijvoorbeeld een ‘non-toxic’ environment. Bij een paar aanbevelingen vindt de staassecretaris dat de Rli verder gaat dan wat wenselijk en mogelijk is, gezien de internationale context, vigerende wet- en regelgeving en bestaande verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheden onderling en tussen overheid en bedrijfsleven. Deze reactie heeft betrekking op de aanbevelingen over: een track & trace systeem om elke stof in de gehele keten te kunnen volgen; een certificeringsysteem van het bedrijfsleven om producten met relatief veilige stoffen herkenbaar te maken op de markt; de informatievoorziening in de keten; het verlenen van alleen nog tijdelijke milieuvergunningen. De staatssecretaris geeft aan voorstellen te verwelkomen van het bedrijfsleven over certificeringsystemen voor het gebruik van veilige grondstoffen of over een track & trace systeem voor ZZS-en in de keten.

Lees de kabinetsreactie Chemische stoffen d.d. 15 april 2020

Lees meer over het advies ‘Greep op gevaarlijke stoffen’

Voor meer informatie over het advies kunt u contact opnemen met Yvette Oostendorp, projectleider, yvette.oostendorp@rli.nl