De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is op 17 januari 2012 bij wet ingesteld. De raad is de samenvoeging van de taken van de Raad voor het Landelijk Gebied, de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de VROM-raad en de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen. De afzonderlijke raden zijn bij de instelling van de nieuwe raad opgeheven.
Taak
De nieuwe raad heeft tot taak regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over hoofdlijnen van beleid inzake de duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. De Rli werkt op de (fysieke) beleidsterreinen van de ministeries van IenW, EZK, LNV en BZK.
Geschiedenis
De samenvoeging van de Raad voor het Landelijk Gebied, de Raad voor Verkeer en Waterstaat, de VROM-raad en Adviesraad Gevaarlijke Stoffen naar één ‘Raad voor de leefomgeving en infrastructuur’ (Rli) komt voort uit de doelstelling van een duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. De meerwaarde zit met name in het verkennen, ondersteunen en waar nodig bekritiseren van de besluitvorming over de complexe sectoroverstijgende opgaven in het beleid voor de duurzame inrichting van Nederland; integraliteit van de leefomgeving en infrastructuur is in de advisering uitgangspunt. Het algemeen wettelijk kader waarbinnen de Rli zijn taak uitoefent, is de Kaderwet adviescolleges.
In de Nota Vernieuwing Rijksdienst van minister Ter Horst (2007) stelt de regering voor de huidige adviesraden te clusteren tot vijf beleidsclusters om tot een meer integrale advisering te komen. Dit voorstel heeft geleid tot een brede discussie over de toekomst van de advies- en kennisinfrastructuur. In 2008 heeft het kabinet Balkenende-IV besloten tot een clustering van adviescolleges. Het kabinet beoogt hiermee dat een beperkt aantal adviesraden in een dynamischer omgeving een klein aantal adviezen per jaar produceren met een hoge strategische relevantie. Adviezen die nieuwe inzichten opleveren en meer impact hebben op het politieke, bestuurlijke en maatschappelijke debat.