De toekomst van de stad

In dit advies gaat de raad op zoek naar de kracht van de steden en naar wegen om deze kracht verder te ontwikkelen, beter te benutten en te mobiliseren.
Stad Rotterdam

Inleiding

De stad is een dynamische plek. Dynamisch vanwege de concentratie van mensen die als bewoner, werknemer, toerist of recreant in de stad verblijven en zich verplaatsen. Dynamisch ook omdat de stad zichzelf voortdurend opnieuw blijft uitvinden. De stad van nu is niet meer dezelfde stad als dertig jaar geleden. Op dezelfde plek bevinden zich andere gebouwen en andere functies. De stad van de toekomst moet zichzelf blijven uitvinden en zichzelf blijven vernieuwen om de veranderende en aanhoudende stroom mensen te kunnen blijven faciliteren.

In het advies 'De toekomst van de stad: de kracht van nieuwe verbindingen' gaat de raad op zoek naar de kracht van de steden en naar wegen om deze kracht verder te ontwikkelen, beter te benutten en te mobiliseren. Terwijl enerzijds steden steeds belangrijker worden in de mondiale economie, dreigen ze in Nederland aan verdienvermogen te verliezen door een gebrek aan agglomeratiekracht. Anderzijds is er in steden steeds meer maatschappelijk initiatief van bewoners en ondernemers zichtbaar, al dan niet samen met maatschappelijke organisaties of overheden, hetgeen van invloed is op hoe partijen in de stad zich tot elkaar verhouden. Beide ontwikkelingen nopen tot een fundamenteel andere kijk op steden. Complementariteit is hierbij het nieuwe sleutelwoord, met een grotere rol voor infrastructurele en bestuurlijke verbindingen tussen stedelijke regio's en voor het meer uitgaan van de eigen kwaliteiten en het lenen van de buren (borrowed size). Daarbij dient de zelforganiserende kracht in de stad verder benut te worden.

Belangrijkste aanbevelingen

Zelforganisatie

Wil de stad van de toekomst de zelforganiserende kracht in de samenleving benutten, dan moet het Rijk belemmeringen voor maatschappelijke initiatieven weghalen en bestaande infrastructuurnetten en leidingensystemen in orde maken voor het accommoderen van nieuwe initiatieven. Gemeenten moeten een doordacht voorzieningenbeleid voeren (gericht op ontmoetingsplekken), beleid voor leegstaand maatschappelijk vastgoed ontwikkelen, verschillen binnen de gemeente accepteren en ruimte geven aan nieuwe samenwerkingscollectieven. Van maatschappelijke organisaties wordt verwacht dat zij terug gaan naar de burgers (bijvoorbeeld door minder overleg met de koepels en meer met collectieven van bestaande cliënten) en nieuwe maatschappelijke initiatieven verwelkomen/faciliteren.

Complementariteit

Om de ontwikkeling van complementaire stedelijke regio’s te stimuleren, dienen zowel het Rijk als de gemeenten hun beleid te baseren op het principe van complementariteit binnen en tussen regio’s. Het Rijk moet het huidige topsectorenbeleid verbreden tot een ruimtelijk-economisch beleid op basis van complementariteit en het lenen van de buren. Gemeenten moeten complementariteit uitgangspunt van hun stedenbeleid maken, op basis van inzichten in de eigen identiteit en kwaliteit, de economische kracht en een strategie van lenen van de buren. In de beleidslijnen van alle overheidslagen moet gestuurd worden op infrastructuur als basis voor de gewenste complementariteit. Dat moet gedaan worden niet alleen vanuit het oogpunt van mobiliteit, maar juist vanuit de relatie met de ruimtelijke potenties van plekken. Alle overheidslagen tezamen moeten met elkaar aan de slag om een regionale investeringsagenda en regiofonds in te stellen.

Benutting van het bestaande

Wil de stad van de toekomst beter het bestaande benutten, dan zijn het centraler stellen van beheer en het meer ruimte bieden aan andere kleinere partijen onvermijdelijke stappen. Omdat afwaardering op bestaand leegstaand vastgoed gunstige condities biedt voor transformatie, moet het Rijk de toegankelijkheid van kennis omtrent de (on)mogelijkheden rond afwaarderen vergroten. Ook moet het Rijk een kennisontwikkelingstraject starten over nieuwe constructies en categorieën van openbare ruimte. Overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers moeten met elkaar opzoek gaan naar potentievolle plekken in de stad. Benutting van het bestaandein specifieke gebieden waar zelforganisatie niet vanzelfsprekend tot stand komt, moet beschouwd worden als gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij corporaties vanwege hun woningbezit een vaak natuurlijke partner vormen. In het licht van de stad als zelforganiserend systeem en de veranderende rollen moet het Rijk in overleg met het middenveld de taken van het middenveld herijken (corporaties, zorginstellingen, onderwijs). Gezien de transformatieopgave van het bestaand stedelijk gebied moeten provincies en gemeenten heldere keuzes maken over wat men wel of niet wil toelaten, waarbij transformatie van bestaande stedelijke locaties bezien moeten worden in relatie tot andere ontwikkel- of transformatielocaties in de regio.

Goed bestuur

Om optimaal in te kunnen spelen op de kracht van de stad is goed bestuur nodig, dat zowel robuust als veerkrachtig is. Van overheden op alle schaalniveaus vraagt dit dat zij in visies vastleggen wat de opgaven en doelen zijn. Daartoe moeten brede, maatschappelijke visievormingstrajecten worden georganiseerd. Daarnaast moeten spelregels en financiële randvoorwaarden worden vastgelegd. Tegelijkertijd moeten bestuursorganen een openstaande houding voor nieuwe samenwerking en collectieven ontwikkelen, en investeren in regionale samenwerkingsrelaties. Daartoe is inzet op een bestuurlijk-culturele omslag vereist. Regionaal samenwerkende gemeenten zijn de drager van de toekomst van de stad. Voor het succes van de regionale samenwerking tussen gemeenten is het van essentieel belang dat de instrumentenkoffer op orde is. Met de mogelijkheden voor het maken van regionale samenwerkingsafspraken, een regionale gebiedsagenda en een regionale omgevingsvisie, aangevuld met de mogelijkheid van vrijwillige regionale verevening, komen gemeenten al een heel eind. Toch is een extra prikkel nodig, in de vorm van een tripartiet regiofonds dat de samen werking tussen overheidslagen en over de sectoren heen moet faciliteren. Met een dergelijk fonds kunnen nieuwe coalities worden gestimuleerd.

Publicatiedatum

Het advies ‘De toekomst van de stad: de kracht van nieuwe verbindingen’ is op 23 april aangeboden aan minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Minister Blok heeft het advies in ontvangst genomen.

Het advies is gezamenlijk aangeboden met het advies ‘Leefomgeving zonder groei: over de toekomst van de leefomgeving’.

Image removed.Henry Meijdam, voorzitter Rli, overhandigt de adviezen aan minister Blok (Wonen). Foto Fred Ernst

Image removed.Sfeerimpressie - discussie met de zaal. Foto Fred Ernst

Bekijk de foto's van de bijeenkomst op 23 april 2014

Infographics

Ter illustratie zijn er infographics gemaakt die de argumentatielijn van dit advies visueel ondersteunen. De eerste toont de visie van de raad op de stad in toekomst. De andere infographic verbeeldt de kracht van de stad. In de rechterbalk kunt u de infograhics downloaden.

  1. De stad in 21e eeuw
  2. De kracht van de stad

Essays

Ter inspiratie heeft de raad een aantal deskundigen uit verschillende vakgebieden gevraagd een essay te schrijven. De essays gaan in op negen verschillende opgaven voor de stad. Elke opgave wordt vanuit twee invalshoeken belicht.

Bijdragen aan deze Essays Toekomst van de stad zijn:

  1. De sociale en rechtvaardige stad
    Justus Uitermark De zelforganiserende stad
    Willem Schinkel Van bestuur naar zelfbestuur: overheid, burger en zelforganisatie

  2. De werkende stad
    Ewald Engelen Na de vastgoedroes
    Otto Raspe De economie van de stad in de mondiale concurrentie

  3. De stad in transformatie
    Joks Janssen en Raoul Beunen De burger als erfgenaam. Over de vermaatschappelijking van stedelijk erfgoed
    Iris Schutten Van tijdelijk gebruik naar ontwikkelend beheer

  4. De duurzame stad
    Hans Mommaas De duurzame stad
    Nico Tillie Duurzame stad vraagt om nieuwe synergie tussen top-down en bottom-up

  5. De regionale en bewegende stad
    David Hamers Bewegen tussen schalen en doelen. Over overheidsbetrokkenheid bij de hedendaagse verstedelijking in Nederland
    Marc Verheijen Beweging in de samenleving

  6. De (on)veilige stad
    Marc Schuilenburg Op zoek naar een positieve betekenis van veiligheid
    Jan Dirk de Jong Zonder elkaar is iedereen alleen. Een essay over het gevoel van veiligheid in de stad en angst voor geweld op straat

  7. De hongerige stad
    Marco van Steekelenburg De toekomst van de stad is metropolitaan
    Pim Vermeulen De kunst van het verbinden van grote en kleine voedselsystemen – ervaringen uit Amsterdam

  8. De digitale stad
    Martijn de Waal Digitale stad: nieuwe media en stedelijke openbaarheid
    Bert Mulder Digitale media ondersteunen zelfoplossend vermogen

  9. Bestuurlijke verbindingen
    Frans Soeterbroek Een lichte kijk op de sturing van de stad
    Jaap Wijma De toekomst is aan stedelijke regio’s!

Discussieavond over de toekomst van de stad in Pakhuis de Zwijger

Op 10 december 2012 vond een discussieavond plaats over de toekomst van de stad in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Aan de hand van drie essays uit de bundel die de Rli heeft laten schrijven ter voorbereiding van het advies, werden verschillende thema’s belicht en met mensen uit de praktijk van de stad bediscussieerd.

Sprekers en onderwerpen waren:
Justus Uitermark: De zelforganiserende stad
Martijn de Waal: Digitale stad: nieuwe media en stedelijke openbaarheid
Frans Soeterbroek: Een lichte kijk op de sturing van de stad

Lees het verslag (pdf, 53 Kb)

Expertmeetings

In het kader van het adviestraject Toekomst van de stad zijn twee expertmeetings georganiseerd, in september 2012 en in april 2013. Hieronder vindt u de verslagen van deze bijeenkomsten.

Verslag expertmeeting september 2012 (pdf, 136 Kb)

Verslag expertmeeting april 2013 (pdf, 221 Kb)

Meer informatie

Voor uw reactie op dit onderwerp of voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Rli-secretariaat via info@rli.nl